Home » Wachten in de Rosse Buurt.

Wachten in de Rosse Buurt.

Wachten in de rosse buurt

Wachten

Het is alweer een tijdje terug dat ik met spitsuur naar de overkant moest. Maar nu moet ik. De pont-spits.

Ik maak al wachtend wat foto’s. Wat een fijn kleurenspel. Temidden van het gevecht om aan boord te komen, dit stillevende wachtende meisje. Ze doet me denken aan mijn wachten onlangs, in het gemeentehuis.

Gemeentehuis

Ik zag een oude vrouw schuifelend binnenkomen, zwaar steunend op een rollator. Eerlijk gezegd hoopte ik dat ze niet naast mij zou gaan zitten. Ze ging naast me zitten. Ze begon een gesprekje. Ze had blijkbaar de behoefte om mij uit te leggen wat ze daar op het gemeentehuis kwam doen.

Geen tram

Ze vertelt dat ze op 4 mei ook hier was geweest. Dat wist ze nog precies want de tram had niet gereden vanwege dodenherdenking. Ze had nog steeds pijn aan haar voeten van de wandeling. Die dag had ze vier uur moeten wachten op deze zelfde harde bank voor ze aan de beurt was bij het loket. Het wachten had zo lang geduurd dat ze tussendoor iets te eten had moeten halen. Het enige in de buurt bleek een hamburgertent te zijn. De hamburger was vies want klef en zompig. Dat zijn ze allemaal, maar mevrouw had nooit eerder een hamburger gegeten.

Amsterdamse

Wist ik wel dat ze in Amsterdam geboren was? Ze rechtte haar rug: ‘En ik ben al vierenzeventig. Daar zag ze niet naar uit, ik dacht dat ze een stuk ouder was. Maar dat is mijn moeders schuld want die ziet er nog verpletterend goed uit. Dit even terzijde.

Nieuwe woning

Mevrouw legde uit waarom ze hier nu voor een tweede keer wachtte:
‘Ze konden me niet vinden in de computer. Ik kom in aanmerking voor een nieuwe woning, dus daar moest ik voor langskomen. Zegt dat wicht doodleuk: ‘U staat niet in de computer mevrouw. Woont u wel in Amsterdam?’
‘Terwijl ik hier al m’n hele leven woon! Om de hoek! Ik ben hier geboren!’
Haar arm fladdert wat opzij als om de locatie van haar geboortewoning aan te duiden.

Nooit geregistreerd

Ik zag het plaatje voor me: de oude mevrouw woont al haar hele leven in hetzelfde huisje. Nooit iets nodig gehad van de gemeente, geen paspoort, geen rijbewijs, geen BSN-nummer, nooit verhuisd, niks. Toen ze bij de bejaardengym hoorde van de nieuwe woningen, wilde ze wel ’s van het traplopen af. Maar bij de gemeente bestond ze niet. Zie dat maar eens uit te leggen.

‘Nu moest ik dus weer terugkomen. Met iedereen waar ik mee samenwoon. Ik heb alleen de hond, maar die hoefde niet mee zei die vrouw. Ik heb boterhammen mee.’

Wat doe jij het liefste als je wacht? Je mag alles delen behalve het woord ‘smartphone’! Ik wacht op je!